Wanneer ik met mensen praat over ouder worden, zowel in werk- als in privésituaties, merk ik dat we het een moeilijk en pijnlijk onderwerp vinden. Lichamelijke klachten bij ouder worden zijn vaak de aanleiding voor deze gesprekken. Het leven is eindig en dat weten we allemaal, maar het liefst denken we er niet aan. Waar je liever aan denkt is wat voor leuke dingen je gaat doen als je met pensioen bent. Welke reizen je bijvoorbeeld nog wil maken. Tegelijkertijd komt daar ook een stukje angst en onzekerheid bij kijken. Je hebt immers de laatste tijd wat meer lichamelijk klachten dan voorheen. Daarnaast ben je inmiddels de 60 gepasseerd en vraagt je toch af wat je allemaal nog kan over 5, 10 of 20 jaar…
Angst voor ouder worden
Toen ik een paar weken geleden tijdens een intake aan mijn cliënt (68) vroeg wat het meest vervelend was waar hij tegenaan liep, kwam er een stortvloed aan woorden:
“Al die lichamelijke klachten bij het ouder worden vind ik vreselijk. De ene keer heb ik weer een pijntje hier en dan weer daar. Mijn huisarts heeft allerlei onderzoekjes gedaan en mijn bloed laten onderzoeken, maar er komt niets uit. Hij ziet ook geen aanleiding voor verder onderzoek. Gelukkig natuurlijk, maar het maakt me wel heel onzeker wat het dan wel kan zijn en wat ik wel en niet mag doen. Ik wandel graag maar nu doe ik het toch maar wat rustiger aan. Stel je voor dat mijn huisarts toch iets over het hoofd heeft gezien en ik het erger maak door te wandelen. Dan kan ik misschien niet meer op wintersport of fietsen met mijn kleinkinderen. Daar moet ik toch niet aan denken!”
Invloed van de omgeving op klachten
“Weet je wat ik misschien nog wel het aller ergst vind? Mijn dochter zei laats tegen me dat ik steeds meer op mijn vader begin te lijken. Pap was altijd heel voorzichtig en kleinzerig, maar klaagde ook steen en been als we op visite kwamen over alle pijntjes die hij had. Dat mijn dochter me met hem vergelijkt voelt echt als een klap in mijn gezicht. De laatste 25 jaar van zijn leven was mijn vader geen leuke man meer, al ben ik altijd van hem blijven houden hoor! Maar hoe vaak ik wel niet met hem naar de dokter ben geweest om te laten onderzoeken of er iets niet in de haak was? Altijd werden we weer met wat bemoedigende woorden op zak naar huis gestuurd: “Meneer maakt u zich maar geen zorgen hoor, die klachten horen nou eenmaal bij het ouder worden.”
“Uiteindelijk is mijn vader op 98-jarige leeftijd gestorven. Gewoon rustig ingeslapen, geen ziekte of iets dergelijks. Zijn hele leven heeft hij geen bloedverdunners, cholesterolverlagers of welke pillen dan ook hoeven gebruiken. Als je het mij vraagt is hij gestorven aan angst en eenzaamheid.”
Doordat mijn cliënt zo gefocust was op alle lichamelijke klachten, was hij niet meer aan het leven maar aan het overleven. Alles waar hij voorheen zo van kon genieten werd in een ander daglicht geplaatst, overstemt door angst voor ouder worden en de klachten die het met zich meebrengt. Dat zijn dochter hem ook nog eens voorhield dat hij op zijn vader begon te lijken, bracht hem alleen maar verder in de neerwaartse spiraal.
‘Ouderdom komt met gebreken’
Het is een veel gehoord spreekwoord waarvan de waarheid nog wel eens in twijfel wordt getrokken. ‘Je bent zo jong als je je voelt’ toch? Beide spreekwoorden onderschrijven een persoonlijke ervaring, al hebben we voor ‘ouderdom komt met gebreken’ natuurlijk ook veel data. Daarvoor hoef je niet eens de boeken in te duiken, we zien het voortdurend om ons heen. Ik denk dat iedereen het met me eens is dat we maar weinig 80+ers een marathon zien lopen.
Tijdens een bijbaantje in mijn studententijd als huishoudelijke hulp bij ouderen, spraken we regelmatig over sport. Sommigen van hen keken voortdurend naar studiosport en genoten daar met volle teugen van. In de theepauze kreeg ik vaak vragen als: “Meissie, wat voor school doe je?” Dan vertelde ik over de Calo op het Windesheim in Zwolle waar ik studeerde. “Prachtig kind, als ik nog van die jonge benen had zou ik zo met je meegaan. Maar ja, die ouderdomskwaaltjes hè?”
Waarom krijgen we meer klachten naarmate we ouder worden?
In mijn vorige blog ‘Herstel van long COVID’, schreef ik over het voorspellend vermogen van ons lichaam. We maken continu voorspellingen van hoe de wereld in elkaar zit en daar zitten ook voorspellingsfouten tussen. Sommige voorspellingen maken we bewust mee. Denk bijvoorbeeld aan een bonbon die je in je mond stopt waarvan je verwacht de smeuïge praliné vulling te voelen en proeven. Gefopt! De dunne alcohol vulling druipt over je kin heen zodra je je tanden erin zet. Ai, toch niet zo lekker als verwacht. Je leert van zo’n voorspellingsfout en gaat corrigeren. De volgende keer maar even het doosje inspecteren en voorzichtig afbijten.
Lang niet alle voorspellingen van het lichaam maak je zo bewust mee als deze bonbon domper. Ons lichaam zit volgebouwd met sensoren die signalen oppikken en worden doorgestuurd naar het hoofdkwartier. Ook hier kunnen voorspellingsfouten optreden die onbewust aan ons voorbij gaan, maar wel bijgesteld moeten worden om ons model up to date te houden. Meer data en ervaring leidt tot een steeds verfijnder model. Dat betekent dat je beter gaat voorspellen wanneer je bijvoorbeeld pijn gaat krijgen, wanneer er moeheid op gaat treden of wanneer je honger hebt. Maar als meer data leidt tot een verfijnder model, waarom heb je dan als je ouder wordt te maken met allerlei pijntjes en klachten die je niet kunt verklaren? En als er niets gevonden kan worden, is het dan een voorspellingsfout van het lichaam, of is dit een biologisch onbekende oorzaak? (Chivo, 2021)
Dat zijn geen gemakkelijke vragen. Het antwoord is dan ook dat het nog onvoldoende duidelijk is, maar er valt wel wat voor te zeggen dat het hier gaat om voorspellingsfouten. Het gaat erom dat het model niet of onvolledig geüpdatet wordt. Hoe kunnen we dat verklaren?
Ons immuunsysteem discrimineert op leeftijd
De verklaring ligt in iets wat we kennen als laaggradige ontstekingen, ook wel lage graad inflammatie genoemd. Dit zijn geen zichtbare ontstekingen zoals we kennen van een ontstoken wond. Rondom zo’n wond is de huid rood, ontstaat vaak pusvorming en soms ook zwelling. Bij lage graad inflammatie is er een verhoogde communicatie activiteit tussen immuuncellen, zonder dat er duidelijk sprake is van een infectie. Er zijn allerlei factoren die lage graad inflammatie kunnen activeren en op het één heb je meer invloed dan het ander. Slaapgebrek, roken, eenzaamheid, stress en schaamte zijn allemaal factoren die lage graad inflammatie activeren. Hier kun je gelukkig voor een groot deel zelf aan werken om het zo beperkt mogelijk te houden. Dat het gemakkelijk is hieraan te werken hoor je mij niet zeggen. Meer daarover lees je in mijn blog over motivatie.
Naarmate we ouder worden neemt de lage graad inflammatie progressief toe en zal uiteindelijk een chronische vorm aannemen. Hier heb je veel minder tot geen invloed op. Misschien heb je wel eens gehoord van het Engelse woord ‘ageism’, wat feitelijk discriminatie op grond van leeftijd betekent. Dat is precies wat ons immuunsysteem lijkt te doen en dat noemen we dan ‘inflammagism’, afkomstig van ‘inflammaging’. Elk decennium zie je dat de waarde van lage graad inflammatie toeneemt. Het verschil van vandaag op morgen of van 49 naar 50 jaar ga je niet zien. Maar van 20 naar 30 of van 30 naar 40 jaar wel.
Wat doet lage graad inflammatie met ons lichaam?
Het probleem van lage graad inflammatie is dat het leidt tot een verhoogde staat van paraatheid van de sensoren in ons lichaam. Daarnaast is het ook mogelijk dat het chronische karakter van de inflammatie zelf tot ziekte leidt of bestaande ziekten verergert. Mensen komen dan in een vicieuze cirkel terecht. Met dit gegeven zouden we ook kunnen veronderstellen dat lage graad inflammatie het verouderen versnelt (Ferrucci, L., Fabbri, E., 2018).
Ons lichaam maakt continu nieuwe cellen aan en bij dit proces ontstaan zo nu en dan ook kopieerfouten. Hoe ouder we worden, hoe meer nieuwe cellen ons lichaam gedurende ons leven aan moet maken, des te meer kopieerfouten er in zijn totaliteit ontstaan. Het zou dus kunnen dat ons lichaam daardoor minder goed werkt als kopieerfouten zich in het hele lichaam voordoen. Daarnaast leiden kopieerfouten tot meer ontstekingen, want er zit puinhoop tussen wat door het immuunsysteem opgeruimd moet worden. Dat resulteert in nog meer activiteit van het immuunsysteem. De vraag is of we dan te maken krijgen met een doorlopende vorm van sensitisatie door de jaren heen, wat maakt dat ons model onvoldoende geüpdatet wordt? Of dat het zelfs leidt tot een semi-permanente afstelling van de gevoeligheid van het lichaam? Met de kennis van nu lijkt dit inderdaad heel waarschijnlijk.
Welke rol speelt bewegen in toename van klachten bij ouder worden?
Naast de kopieerfouten in onze cellen en de toename van immuunactiviteit naarmate we ouder worden, speelt beweegarmoede ook een rol. Oudere mensen gaan in de loop van de tijd steeds minder bewegen, uitzonderingen daargelaten natuurlijk. Het begint al met het niet meer verplaatsen van thuis naar het werk. Wat ik daarnaast veel zie, is dat 80+ers nog maar beperkt zicht en gehoor hebben en dit hen bemoeilijkt bij activiteiten. Deelname aan verkeer is niet altijd meer veilig en onzekerheid over het eigen kunnen speelt ook een grote rol. Als men in staat is thuis te blijven wonen, wordt op een gegeven moment huishoudelijke hulp ingeschakeld en soms ook thuiszorg. Dus de mate waarin ouderen bewegen neemt vroeg of laat af.
Wat we weten van beweegarmoede is dat de scherpte van de corticale kaarten in ons brein afneemt. Elk lichaamsdeel is als het ware ‘uitgemapt’ in een kaart ergens in ons brein. Als ik mijn benen bijvoorbeeld minder ga gebruiken, worden de grenzen tussen die corticale kaarten steeds vager en ontstaan er locatieproblemen. Het hoofdkwartier weet niet goed meer waar de signalen precies vandaan komen en de beoordeling ervan wordt onnauwkeurig. Misschien komt er wel een alarmsignaal vanuit mijn teen binnen, maar kan het hoofdkwartier dit niet goed beoordelen. Alle sensoren in zowel mijn voet als onderbeen, krijgen daarom te horen dat er gevaar dreigt en worden aan het werk gezet om mij pijn te geven. Pijn motiveert mij namelijk om rustig aan te doen en dat is nodig om te herstellen, als die motivatie tenminste correct is.
Dus als je een lichaamsdeel minder gebruikt, ga je zien dat de corticale kaarten van dat gebied kleiner en diffuser worden. Dat brengt natuurlijk ook problemen met zich mee op het moment dat we ons model willen updaten.
Vitaal oud worden met lichamelijke klachten
De toename van lichamelijke klachten bij ouder worden zonder een duidelijke medische oorzaak, is dus afhankelijk van vele factoren. Daar waar mogelijk is het verstandig om in beweging te blijven om de corticale kaarten scherp te houden. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor oudere mensen, maar ook voor jonge inactieve mensen. En dan hoef je helemaal geen sport te beoefenen. Het gaat om bewegen. Denk aan dagelijkse basale dingen waarvoor je in beweging komt. Maar hoe minder je dit doet over een langere periode, hoe minder scherp de corticale kaarten worden. Je hoeft dus niet bang te zijn wanneer je een week op bed ligt omdat je de griep hebt dat het dan foute boel is.
Waar je mogelijk wat hulp bij kunt gebruiken als je kampt met aanhoudende lichamelijke klachten, is hoe je nu echt vitaal oud kunt worden. Had jij je jouw oude dag heel anders voorgesteld en ben je benieuwd wat ik voor je kan betekenen? Vraag vrijblijvend een gratis kennismakingsgesprek aan of maak een afspraak voor een intake. Ik help jou naar een vitaal pensioen waarin je geniet van het leven en kunt doen wat je leuk en belangrijk vindt met het lichaam dat je nu hebt.
0 Reacties