Veel mensen die maar niet herstellen van long COVID dreigen binnenkort hun baan te verliezen. Zij kampen al bijna 2 jaar met allerlei klachten wat hen ernstig belemmert in het dagelijks leven. Hoe moet dit nu verder? Hoe ziet het herstel van long COVID eruit en welke hulp zouden mensen met long COVID hierbij kunnen gebruiken? Om hier iets zinnigs over te kunnen schrijven, wil ik je eerst graag meenemen in een verdiepingsslag m.b.t. het voorspellend vermogen en het aanpassingsvermogen van ons lichaam, maar ook het immuunsysteem. Een kijkje achter de schermen van de vitaliteitstherapeut. In een eerdere blog die ik schreef: ‘Waarom heb ik pijn?’, heb ik ook het een en ander verteld over werkingsmechanismen van het lichaam. Het is zeker van toegevoegde waarde om te lezen voorafgaand aan deze blog, maar niet noodzakelijk. Ik zal hier en daar wat terug laten komen en ernaar verwijzen.
Voorspellend vermogen van het lichaam
Ons lichaam is geen ster in reageren maar wel in anticiperen, oftewel: voorspellen. Als je als keeper in een doel staat en iemand gaat een penalty schieten, dan ben je te laat als je reageert. Die bal gaat gewoon te snel. Dus wij kijken naar de bal en de penaltynemer en denken: Ah ik zie het al, jij gaat links bovenin de hoek schieten. En daar duik je dan heen met een kans van 50% dat je goed zit. Stel dat je voorspelling klopt, dan past jouw systeem zich aan. De situatie, waaronder de bewegingen die de penaltynemer maakte, worden gekoppeld aan dit resultaat. Andersom geldt dit ook. Als je naar rechts was gedoken, kom je erachter dat dit de verkeerde hoek was en dat noemen we dan een voorspellingsfout. Je leert dus in het systeem.
Dit is een heel specifiek voorbeeld, maar wij zijn constant bezig met het scannen hoe de wereld in elkaar zit. Is het veilig? Zijn er dingen die ik leuk en belangrijk vind om te doen? Zijn er dingen waar ik vooral van weg moet blijven? Daar doen we dan voorspellingen over en deze theorie wordt in de neurowetenschap ‘predictive coding’ genoemd. Je moet steeds kiezen, ga ik naar links of naar rechts? Als je kiest voor links weet je niet wat er bij rechts zou zijn gebeurd en andersom. Je moet dus van tevoren beslissen. Dan kan het zijn dat je erachter komt dat het toch minder leuk was dan je dacht. Dat betekent dat het model, jouw beeld van de wereld, moet worden bijgesteld.
Kunnen we het herstel van long COVID ook voorspellen?
Naarmate iets langer duurt, hoe meer data je binnenkrijgt en hoe vaker je ermee geconfronteerd bent, hoe verfijnder het model wordt. Klimaatmodellen van nu zijn veel accurater dan klimaatmodellen van 30 jaar geleden. Hetzelfde geldt voor de weersvoorspelling en de voorspelling van hoeveel ziekenhuisbedden we nodig hebben voor COVID-19 patiënten. Het zijn allemaal modellen waar we mee werken en als ze goed werken passen ze zich continu aan, aan de meest recente data om weer nieuwe en accuratere voorspellingen te maken.
Daar zit dus een probleem als we iets willen voorspellen wat nog niet zo lang bij ons is. Ja, sommige mensen zijn gelukkig na 12 of 18 maanden grotendeels hersteld van long COVID. Maar de grote groep mensen die na 2 jaar nog steeds klachten heeft, hoe kunnen we hen helpen bij hun herstel? Door de data die we hebben over long COVID naast de bestaande data omtrent postinfectieuze klachten te leggen en in het grotere geheel te plaatsen, zijn wij als vitaliteitstherapeuten ons werkmodel met betrekking tot dreigingsmeters van het lichaam ook gaan verfijnen. Dit model staat weergegeven in afbeelding 1 en komt na verdere toelichting van onderliggende theorieën samen in afbeelding 6.
Afbeelding 1. Somatosensorisch Anticipatorisch Systeem (SAS) werkmodel (bron: Chivo)
Dreigingsmeters van het lichaam
Er zijn wel honderden voorspellingsfouten die ons lichaam kan maken. Dat hoeft geen probleem te zijn, we zijn nou eenmaal niet zo goed in reageren. Het probleem ontstaat pas wanneer we de voorspellingsfouten niet bijstellen. We hebben al lange tijd afscheid genomen van het dualistisch mensbeeld tussen lichaam (bio) en geest (psycho). BOvV vitaliteitstherapeuten voegen er zelfs een 3e component aan toe. Met een moeilijk woord heet dit het ‘somatosensorisch systeem’ en bestaat grofweg uit: externe zintuigen (exteroceptie), innerlijke zintuigen (interoceptie) en alarm/gevaarsensoren (nociceptie). In afbeelding 1 is het somatosensorisch systeem weergegeven met de woorden in de binnenste ring waarover later meer.
Deze toevoeging heeft voor ons werkmodel geleid tot het ‘Somatosensorisch Anticipatorisch Systeem’ (SAS). Het is een compact model met de mogelijke factoren en mechanismen die bij kunnen dragen aan het ontwikkelen, in stand houden of verergeren van aanhoudende lichamelijke klachten. Het lijden van de mens staat centraal, ook als een medische oorzaak voor de klachten onvoldoende opgespoord kan worden. Dit komt veelvuldig voor als het gaat om het herstel van long COVID. Niet beschikken over een positieve testuitslag en geen aantoonbare schade of afwijkende bloedwaarden hebben, betekent niet dat we deze klachten minder serieus moeten nemen dan aanhoudende klachten na bijvoorbeeld een IC-opname.
Het SAS model kent zowel biologische dreigingsmeters: zuurstof, water, beschutting, slaap, voeding, seks, natuur, bewegen en variatie, als psychologische dreigingsmeters: binding, competentie en autonomie. Beide staan weergegeven in de rondjes van de buitenste ring in afbeelding 1. Daarnaast hebben we dus de dreigingsmeters van het somatosensorisch systeem waarop het immuunsysteem ook invloed kan uitoefenen. Uiteraard een belangrijk punt als het gaat over long COVID. Gezamenlijk hebben zij invloed op het mentale model dat wij bouwen van de wereld, waarin we voorspellingen maken of het veilig is.
Somatosensorisch systeem
We kennen natuurlijk allemaal de zintuigen voor gezichtsvermogen, gehoor, reuk, smaak en tast. Deze externe zintuigen worden ook wel ‘exteroceptie’ genoemd, te zien in afbeelding 2.
Afbeelding 2. Exteroceptie
Daarnaast beschikken we dus ook over interne zintuigen en dit wordt met een moeilijk woord ‘interoceptie’ genoemd. Interoceptieve sensoren kun je zien als boodschappers en zitten verspreid door het lichaam in organen, weefsels, hormonen en het immuunsysteem. Ze geven de verkregen informatie door aan het Somatosensorisch Anticipatorisch Systeem (SAS). Daar wordt de informatie geëvalueerd om te kijken welke signalen er mogelijk teruggestuurd moeten worden om de boodschappers aan het werk te zetten. Als zij dan vervolgens met die informatie aan de slag gaan, kunnen we dingen voelen als honger en dorst, of de urgentie om naar het toilet te gaan. Ook worden er in het interoceptieve systeem gevoelens geproduceerd als gevolg van voorspellingen. Deze gevoelens vormen de basis van onze emoties. Op het moment dat we betekenis geven aan die gevoelens, wordt er een emotie gevormd. Gevoel is dus niet hetzelfde als een emotie.
Het ‘nociceptieve systeem’, een set alarmsensoren waar o.a. pijn wordt geconstrueerd, maakt onderdeel uit van het interoceptieve systeem. Alarmsensoren (nociceptoren genoemd) zijn ook boodschappers die signalen naar het SAS sturen. Voor het leesgemak noem ik deze boodschappers net als in mijn blog over pijn: ‘soldaten’. De soldaten sturen niet zomaar alle signalen door naar het SAS. Er moet een bepaalde mate van dreiging zijn waarbij een drempelwaarde overschreden wordt. Als dat gebeurt, geven zij de informatie door aan het SAS en daar vindt een dreigingsevaluatie plaats. Afhankelijk van die beoordeling worden de soldaten wel of niet aan het werk gezet om ons pijn te laten ervaren.
Afbeelding 3. Interoceptie
Computeranalogie van het somatosensorisch systeem
Om een idee te krijgen wat het somatosensorisch systeem doet en waarom het belangrijk is hier inzicht in te krijgen voor het mogelijke herstel van long COVID, gebruik ik de computeranalogie. Je hebt de hardware, de software en de gebruiker. Stel je bent op je werk en merkt dat de computer het niet doet. Dan bel je naar de IT afdeling waarop zij aangeven dat jij iets verkeerd doet. Volgens hen is er geen probleem met de computer. Het is een psychologisch (gebruiker) probleem, jij drukt op de verkeerde knop. Maar jij houdt vol en op een gegeven moment wordt de computer dan toch opgehaald en naar de IT professionals gebracht voor verder onderzoek.
Na een paar dagen komen ze bij je terug en vertellen je dat ze alles hebben getest. Alles draait, de elektriciteit doet het, alle lampjes doen het, er is niets aan de hand. Biologisch gezien (hardware technisch) is er geen probleem, dus jij doet iets verkeerd. Maar wat we natuurlijk allemaal weten, is dat als iets de ene dag gewoon werkt en de volgende dag niet meer, dat er ‘s nachts een update is geweest waar jij niet om hebt gevraagd en daardoor werkt het niet meer. En die update, dat is het somatosensorisch deel. De lampjes doen het allemaal wel, de elektriciteit is in orde en jij drukt op de juiste knoppen. Het probleem zit hem in de software.
Voorbeelden van voorspellingsfouten van het lichaam
Wanneer ik in een donker bos loop en ik zie iets bewegen, schieten mijn ogen wagenwijd open en voel ik in mijn lichaam van alles gebeuren. Mijn spierspanning loopt op, mijn gehoor is gescherpt en ik krijg kippenvel. Kortom, al mijn zintuigen slaan aan omdat ik voorspel dat er mogelijk gevaar dreigt. Ik geef betekenis aan deze gevoelens waardoor er een emotie ontstaat en dat is angst. Wanneer ik dit altijd zou ervaren als ik in een donker bos loop, maar er is nog nooit iets gebeurd, dan wordt het model dus niet bijgesteld en ontstaan er problemen.
Hetzelfde geldt voor pijn. Wanneer je huid wordt doorboord met een spijker vinden we het allemaal meer dan logisch dat we pijn voelen toch? Maar als die spijker er niet zit en er kan niets gevonden worden door artsen, waarom kan de pijn dan zo heftig zijn dat het wel voelt alsof er een spijker in zit?
Afbeelding 4. Nociceptie (bron: scientificanimations)
Als ik wakker word, ik heb goed geslapen en mijn energiereserves zijn helemaal op orde, waarom ben ik dan moe? Waarom kan ik honger voelen terwijl dit gevoel, zonder in de tussentijd iets te eten, na een paar minuten ook weer weg kan zijn? Hoe kan het dat we ons niet verzadigd voelen na een bord vol met eten? En wat maakt dat je bij het minst of geringste aandrang kunt voelen om te plassen, terwijl er nauwelijks wat komt zodra je op het toilet zit? Je merkt het al, er zijn ontelbaar veel voorbeelden waarin ons gevoel in strijd is met de data. In een gezond lichaam wordt een voorspellingsfout gecorrigeerd en wordt het model aangepast, maar in een ongezond systeem gebeurt dat onvoldoende.
Ons lichaam slaat alarm
Alle lichaamssignalen komen binnen in het Somatosensorisch Anticipatorisch Systeem en daar wordt zoals gezegd een dreigingsevaluatie gemaakt. Afhankelijk van het risico zal het systeem bepalen of het tijd wordt om alarm te slaan. De mate van alarm slaan varieert. Het kan een lichte dreiging zijn waardoor je nekharen bijvoorbeeld wel overeind gaan staan, maar je hart nog niet in je keel zit. Zo zijn er allerlei niveaus. De batterij in afbeelding 1 geeft het dreigingsniveau aan. Het is een meter die begint vol te lopen en op een gegeven moment is het tijd voor alarm.
Dat ons lichaam voorspelt en dat we voorspellingsfouten kunnen maken en vervolgens ons model corrigeren, daar is niet zo veel discussie over. Voor dit alles is inmiddels aardig wat empirisch bewijs. Het SAS model waar wij als vitaliteitstherapeuten mee werken, komt dus niet zomaar uit de lucht vallen. De vraag die we onszelf moeten stellen, is of een afwijking in dit systeem zorgt voor de klachten, al dan niet zonder biologische problemen of disproportioneel t.a.v. de biologische problemen.
Stel ik heb een wondje, dus een biologisch probleem. Dan is het natuurlijk raar als ik het gevoel heb dat mijn hele arm in brand staat toch? Of is er nog meer aan de hand? Zijn mijn zenuwbanen beschadigd, of zit ik helemaal vol met immuuncellen om welke reden dan ook? Op het moment dat dit allemaal is uitgesloten, spreken we van disproportionele klachten t.a.v. de biologische problemen. Disproportioneel zou dus kunnen betekenen dat het SAS gewoon verkeerd geïnformeerd wordt of de informatie van de boodschappers verkeerd interpreteert. Is dit iets waarmee we rekening moeten houden bij het herstel van long COVID?
Het aanpassingsvermogen van het lichaam bij een overactief immuunsysteem
‘Er zijn plausibele redenen om aan te nemen dat een virusinfectie kan leiden tot een semi-permanente afstemming van het somatosensorische systeem, waardoor je constant ziekteverschijnselen ervaart’, aldus Chi Lueng Chiu. Het lichaam vertoont nog steeds ‘sickness behavior’ zonder dat het virus zelf nog aanwezig is. Zo’n semi-permanente aanpassing van het lichaam kwam ook aan bod in mijn de blog over pijn. Daar beschreef ik het fenomeen ‘nociplasticiteit’, wat kort gezegd neerkomt op een semi-permanente verandering van de alarmsensoren (nociceptoren) waardoor de drempelwaarde zal verlagen. Er worden dan sneller soldaten naar het SAS gestuurd, waardoor je eerder een waarschuwingssignaal krijgt in de vorm van pijn.
Als we kijken naar long COVID dan is er in eerste instantie natuurlijk sprake geweest van een SARS-CoV-2 infectie en daar gaat het immuunsysteem mee aan de slag. Wanneer het immuunsysteem geactiveerd wordt, staat alles op alarm. Dat noem ik even het 1e peloton aan soldaten. Maar omdat er ook daadwerkelijk weefsel kapot gaat, al dan niet door het immuunsysteem zelf aangezien die soldaten (in de vorm van cytokinen) niet zachtzinnig te werk gaan, is er ook nog eens schade. Die schade moet opgeruimd worden. Een 2e reden voor het immuunsysteem om aan de slag te gaan, dus er wordt nog een peloton met soldaten aan het werk gezet.
Dan heb je nog te maken met stress doordat je bijvoorbeeld heel erg benauwd bent, niet goed voor je kinderen kunt zorgen of je druk maakt over mogelijk langdurig herstel. Dit maakt dat er een 3e peloton opgetrommeld moet worden, want stress activeert het immuunsysteem. Dat bij elkaar brengt hoogstwaarschijnlijk problemen met zich mee voor het herstel van long COVID.
Afbeelding 5. Aanhoudende sickness behavior als gevolg van kruissensitisatie immuunsysteem
Hypersensitisatie belemmert het herstel van long COVID
Sickness behavior (ziektesymptomen/gedrag) wordt sterk gecorreleerd met verhoogde aanwezigheid van cytokinen die het brein informeren dat er een infectie gaande is. Cytokinen zijn signaalstoffen waarmee immuuncellen vooral lokaal met elkaar communiceren. Sommige cytokinen bereiken ook de hersenen waarna brede maatregelen in de vorm van sickness behavior genomen worden. Maar als de neurale systemen die de bestemmingen vormen voor de cytokinen juist gevoeliger zijn geworden, zou dat dan kunnen verklaren waarom cytokinenniveaus niet af hoeven te wijken bij mensen met long COVID, ondanks een aanhoudend klachtenpatroon?
Het is al langer bekend dat immuun activiteit de drempelwaarde van alarmsensoren naar beneden kan bijstellen. Het gevolg is dat er sneller signalen doorgegeven worden aan het SAS. Als breeduit door het hele lichaam alle drempelwaarden van alarmsensoren naar beneden worden bijgesteld, spreken we van hypersensitisatie. Omdat je 3 factoren hebt die het immuunsysteem activeren wordt het ook wel kruissensitisatie genoemd. Dus je kruist infectie met pijn met stress. Dat is 3x gevaar voor het SAS dus die batterij loopt over. De telefoon in de centrale regelkamer stopt niet meer met rinkelen.
Als dat gebeurd en ze krijgen daar het bericht binnen van de soldaten die roepen: ‘Er is hier misschien iets aan de hand!’ Dan zeggen ze bij het SAS: ‘Ja dat zal wel want overal is iets aan de hand, dus sla maar snel alarm’. Niet alleen de soldaten in de pelotons, maar ook in de centrale regelkamer zijn ze helemaal schrikachtig geworden en wat je krijgt is een semi-permanente afstemming van het Somatosensorisch Anticipatorisch Systeem zelf.
Bewijs sensitisatie bij long COVID?
Dit hele idee is een hypothese uit de psycho-neuro-immunologie waar veel aanwijzingen voor zijn maar moeilijk te testen is. Je gaat mensen natuurlijk niet expres blootstellen aan luchtwegvirussen en dan eens kijken of ze gevoeliger worden. Er is dus nog veel onderzoek nodig om met zekerheid te kunnen zeggen of mensen met long COVID een centrale regelkamer hebben die gesensitiseerd is geraakt. Het meeste onderzoek wat betreft sensitisatie is gedaan op het gebied van pijn omdat we dit gemakkelijk op kunnen wekken. fMRI onderzoek geeft daarbij aanwijzingen voor sensitisatie in de centrale regelkamer omdat er afwijkende hersenactiviteit vastgesteld kan worden. Kortom, de hypothese is hoopvol en ook wel aannemelijk, maar we kijken uit naar meer bewijs.
Hoe vertalen we dit naar vitaliteitstherapie?
Vitaliteitstherapeuten hanteren dus een werkmodel waarin we alle mogelijkheden waarop het fout zou kunnen gaan in het lichaam opsporen. Het mag duidelijk zijn dat er bij long COVID sprake is van een biologisch probleem, aangezien je te maken hebt met virale invasie. Daarnaast heb je mogelijk ook schade opgelopen en kwam er de nodig stress bij kijken. Toch wordt er in veel gevallen niets afwijkends gevonden in het lichaam. Terechte vragen die mensen dan ook vaak stellen zijn:
- Hoe kan het dat ik na een jaar nog steeds klachten heb?
- Word ik ooit nog minder moe?
- Waarom kan ik niet de kracht leveren die ik hiervoor had?
- Mijn longen zien er gezond uit dus waar komt die behauwdheid dan vandaan?
- Wat maakt dat ik ineens zo vergeetachtig ben en me niet meer kan concentreren?
- Als ik gezond ben, waarom voel ik me dan nog steeds ziek?
Wij gaan er dus vanuit dat er sprake is van semi-permanente aanpassing van wat wij het ‘SAS model’ noemen. Op welk niveau de aanpassing plaatsvindt is onduidelijk en daarom kiezen wij voor de benaming van het ‘Somatosensorisch Anticipatorisch Systeem’. In de lagere niveaus kan de drempelwaarde verlaagd zijn waardoor signalen sneller worden doorgestuurd, maar het is ook mogelijk dat de signalen op centraal niveau verkeerd geïnterpreteerd worden. Doordat we in ons werkmodel het somatosensorisch systeem direct koppelen aan de theorie van predictive coding hebben we het samengevoegd tot ‘SAS’.
Hulp bij het herstel van long COVID
Om te kunnen werken aan herstel is het sowieso van belang om inzicht te krijgen in de biologische en psychologische basisbehoeften. Wanneer deze gefrustreerd of niet voldoende bevredigd zijn, zal dit het herstel belemmeren. Het invullen van de gratis vitaliteitstest geeft je hier meer inzicht in. Bevrediging van basisbehoeften leidt tot autonomie en richting in het leven. Maar als je dat grotendeels voor elkaar hebt, dan kun je nog steeds tot de conclusie komen dat het SAS niet naar behoren werkt. Het model wordt niet vanzelf geüpdatet en de vraag is of we daar dan iets aan kunnen doen. Om het model te kunnen updaten moeten we kijken naar de gevoeligheid, de nauwkeurigheid en de emotionele evaluatie m.b.t. het somatosensorisch systeem.
Ondanks dat er (nog) geen diagnostisch materiaal als fMRI wordt ingezet om ontregeling in dit systeem te kunnen vaststellen, zijn er wel degelijk manieren om bijvoorbeeld onnauwkeurige interoceptie op te sporen. Hartslagbepaling met behulp van een pulsoxymeter en locatiebepaling op basis van blinde tast zijn daar voorbeelden van. Als blijkt dat de boel ontregeld is ga ik samen met de cliënt aan de slag om de signalen zoveel mogelijk te corrigeren door de (perceptie van) bedreiging weg te nemen en de interoceptie te trainen. Mijn werkwijze is erop gericht het systeem nauwkeuriger te krijgen door naar alle bouwstenen te kijken. Daarmee bouwt de cliënt zelf aan het fundament om te kunnen groeien in harmonie met zichzelf en de omgeving.
Herstel van long COVID in een notendop
In deze blog heb je een stortvloed aan informatie gekregen die ik in afbeelding 6 in een notendop voor je heb geprobeerd samen te vatten. Onder de afbeelding de begeleidende tekst:
Afbeelding 6. Herstel van long COVID in een notendop
Binnen het SAS model kijk ik dus niet alleen naar de biopsychosociale factoren, maar houd ik ook rekening met de somatosensorische signalen en de activiteit van het immuunsysteem. Somatosensorische signalen worden ook weer opgemerkt met psychologische signalen. Ze kunnen elkaar versterken, maar lokken ook een voorspelling uit. Die voorspelling leidt tot anticiperende maatregelen zoals pijn of vermoeidheid, maar kan dus ook onterecht het gevolg zijn van een voorspellingsfout. In de praktijk zien we dat mensen met aanhoudende lichamelijke klachten hier vaak last van hebben. Het goede nieuws is dat het trainen van interoceptieve nauwkeurigheid in veel gevallen leidt tot een afname van de klachten. Het is nog te vroeg om te zeggen of dit ook voor het herstel van long COVID een sleutel kan zijn, maar als vitaliteitstherapeuten zijn we voorzichtig optimistisch.
0 Reacties